© Rootsville.eu

Larkin Poe (US)
tiltle: Self Made Man
music: Blues
release date: 2020
label: Tricki-Woo Records
info artist: Larkin Poe

© Rootsville 2020

 

Normaal stonden ze volgende maand op Blues Peer, maar Corona kwam daar een stevige stok voorsteken. Ondertussen zijn ze hier met hun nieuw album. Het is een beetje te gemakkelijk en oneerlijk om het zusterduo Rebecca en Megan Lovell, als een zoveelste bluesact te beschouwen. Ze zijn breder, primairer en soms verontrustender dan andere acts. Ze scoren hoge ogen ondertussen en ze nemen het heft in eigen handen, waarbij ze “Self Made Man” op hun eigen label produceren.

Deze nieuwe schijf  is geïnspireerd op hun epische wereldreizen. Toch klinkt hun zuidelijke erfgoed krachtig door, zoals bij eerdere opnames. De woeste aanval op het openingslied met zijn Led Zeppelin-achtige akkoorden, 'She’s A Self Made Man', laat de luisteraar meteen weten dat hun missie een serieuze missie is. Net als zijn voorganger zijn deze en de meeste nummers gevuld met meezingrefreinen, waar het publiek mee zal schreeuwen tijdens liveshows (13 maart 2021 AB Brussel).

De meedogenloze golf zet zich voort met het gospel-achtige ‘Holy Ghost Fire’ en ‘Keep Diggin’. In 'Back Down South', een vurig eerbetoon aan de Southern rock, horen we gastblues-rocker Tyler Bryant op leadgitaar. Handgeklap introduceert het nostalgische ‘Tears of Blue to Gold’ voordat ze terugkeren naar de blues-shuffle met ‘God Moves On The Water’. Een traditionele folk-bluesklassieker die voor het eerst werd opgenomen door Blind Willie Johnson. Rebecca en Megan, bewerken het nummer en tillen het naar  hedendaagse hoogten.

Handgeklap is ook een integraal onderdeel van het vrijheidsthema 'Every Bird That Flies'. Terecht is 'Scorpion' een even woeste, aanstekelijke blues als elk nummer hier. ‘Ex Con’ houdt het wat rustiger, wat melodie en meer meezingverzen. Ze sluiten af ​​met het bluegrass-getinte 'Easy Street'. Op een paar kleine uitzonderingen na, wordt elk nummer aangedreven door stampende beats en Megans onophoudelijke, snijdende lapsteel. Er is veel energie, maar ze kunnen beter worden geregeld met een ballad of twee en/of meer akoestische instrumenten om de schetterende aanvallen te kalmeren.

Door sommige 'de kleine zusjes van de Allman Brothers' genoemd, voelen de zusters zich verplicht om de tradities van de zuidelijke muziek voort te zetten en tegelijkertijd modern te houden en daar slagen ze wonderwel in.

tracks:

1. She’s A Self Made Man
 2. Holy Ghost Fire
3. Keep Diggin’
4. Back Down South
5. Tears Of Blue To Gold
6. God Moves On The Water
7. Every Bird That Flies 8. Scorpion
9. Danger Angel
10. Ex-Con
11. Easy Street

musicians:

Rebecca Lovell: lead vocals, electric guitar (except “Back Down South”), acoustic guitar, resonator guitar, acoustic, programming, B3 organ, clavinet
Megan Lovell: Lap steel, baritone lap steel, analog synthesizer
Tarka Layman: electric bass
Kevin McGowan: percussion except on “God Moves On the Water”